Peter Bego – Imagineren!

Van Gaal heeft de spelers wijsgemaakt dat ze met penalty’s wereldkampioen zouden worden. Strafschoppen! Die hebben voorkomen dat Onze Lieve Geniale Heer al in 2014 wereldkampioen werd. Zijn bovenaardse vondst met een speciale penaltykeeper in 2014 miste nog een element.  Daar heeft-ie een volleybalcoach voor ingehuurd. Na de felste twintig minuten van Nederland tijdens het hele toernooi hadden ze Argentinië bij de strot, maar de spelers gingen in de verlenging vrijwillig terug om te wachten op de penalty’s, waarmee ze via de wijsheden van Onze Lieve Geniale Heer (imagineren!, imagineren!) zeker zouden winnen. Ik wist niet wat ik zag in het filmpje: met zijn vieren liepen Nederlandse spelers treiterend met de Argentijnse strafschopnemers mee die op hun weg naar de stip waren, om ze uit balans en tot missen te brengen. Pestende (beter gezegd: plagende) bijbelclubjochies! De coach van Argentinië had zelf nooit een betere motivatie kunnen bedenken voor de strafschoppenserie.

En waarschijnlijk heeft Depay in een waas van schaamte gespeeld nadat kapelaan Van Gaal voor het forum van de wereldpers meedeelde dat Depay zich door hem, de kapelaan, op de mond liet zoenen (daar zal de trainer van Argentinië ook heel blij mee geweest zijn). God weet wat Noa Lang en Xavi Simons hadden moeten doen, met of bij de kapelaan, om in de basis te komen.

Ik snap dat de Argentijnen na de wedstrijd hun gram kwamen halen. Wat hebben jullie nu te zeggen, biddende flikkers.

En die huilscenes na afloop. Spelers (zoals Klaassen, die niet eens speelde) die zich camerabewust tot een half uur na de wedstrijd als hadden ze zojuist vernomen dat hun moeder onverwachts was overleden troostend lieten toespreken door hun babe’s. (‘Ik zoen niet met VG.’)

Dit zal de spelers van Nederland nog heel lang achtervolgen. Deze verhalen gaan circuleren, en circuleren waarschijnlijk al, onder de internationale collega’s. Waar we vroeger de geduchte schoppers waren zijn we nu de watjes. Als we de drie in Nederland geboren spelers van Marokko in het team hadden gehad stonden we nu in de halve finale.

En nu volgt een reeks afbeeldingen om de sponsored content uit het zicht te dringen. (noot van RvA)

Geplaatst in Nederlands Elftal, op de tribune, WK2022 | Tags: , , , , , , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Gerommel

Eerst deze zin; ik moet hem opschrijven voordat hij ten onder gaat. Artikel na artikel wordt geplaatst, op het electronische scorebord, op papier, iedere dag weer. En dan grasduin ik een beetje door het aanbod. Gisteren was het een paar dagen geleden. Ik moest lang zoeken en dacht dat de zin was verdwenen, achteraf geschrapt, al leek me dat sterk. Ik las het artikel nog eens, sprongsgewijs. Het was een beetje als na een afgeronde reis opnieuw de woestijn ingaan om dezelfde fata morgana nog een keer te zien.

Wat zou dat trouwens mooi zijn, een fata morgana op de horizon, die groter wordt naarmate je haar nadert. En tenslotte levensgroot voor je opdoemt; mensen bewegen op de stadsmuur, in de gouden koepel van de moskee weerkaatst de zon, een man leidt zijn kameel door de stadspoort.

Zijn job aan de University of Toronto was in gevaar vanwege de controverse over de transgendervoornaamwoorden.

De zin is deel van een artikel geschreven door Decca Aitkenhead. Titel: De krankzinnige lijdensweg van een psycholoog. De psycholoog is Jordan Peterson. Geweldig artikel. Ieder personage in dit verhaal, de journaliste incluis lijkt compleet geschift.

Dit is het laatste stukje in een reeks die een paar maanden geleden begon. Bijna iedere dag leidde een stuk in de krant tot een interieure monoloog. Het malen hield op na de paar honderd woorden die ik er over schreef.

Toen kreeg ik het boek Berlin, van Jens Bisky. Ik begon er aan en kon me de locaties er levendig bij voorstellen. Ik kon me nog beter voorstellen dat ik de fietstocht met Berlijnbezoekers op een andere manier zou vormgeven. Ik las, ik luchtfietste, ik vormde de informatie om tot een verhaal dat ik kon vertellen, bij het stadsslot, de Bebelplatz, Gendarmenmarkt, over de Mohrenstrasse naar de achteringang van Goebels’ voormalige Propagandaministerie. Het dagelijkse nieuws raakte op de achtergrond. Ik onderbrak de lezing omdat ik het boek van Enzensberger had gekocht en las. Ik was weer terug in Berlijn.

Het regende, de mist maakte de dikke toren van het Ullsteinhaus onzichtbaar, het werd koud, sneeuwvlokken dwarrelden voor mijn venster, het werd nog kouder.

Ik weet niet wat die zin hierboven zo speciaal maakt. Het lijkt een sculptuur. Ik kan het niet uitleggen. Ik weet ook niet wat een sociale sculptuur is. Maar de informatie in de zin gaat verder dan wat er staat. Misschien is het dat. De zin is langs alle zijden begrensd door een afgrond. En op de plek zelf is de lucht heel erg ijl.

Ik heb trouwens ook heel even geen zin in ironie.

Geplaatst in berlijn, De verveling voorbij | Tags: , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Woord

Hans Magnus Enzensberger was vooral tijdens de tweede helft van de vorige eeuw een van de leidende intellectuelen in (West-) Duitsland. De studentenrevolte van 1968 in West-Berlijn heeft hij ter plekke meegemaakt. Na die jaren kwam in West-Duitsland de totale communicatie op gang. Er werd nachtenlang gediscussieerd. Joseph Beuys verhief de dialoog tot kunst, terwijl hij tegelijkertijd door zijn kunst de maatschappij in al haar geledingen trachtte te revolutioneren. Van Hans Magnus Enzensberger herinner ik zijn analyse van ‘1968.’ Hij zei dat het erom ging hoe de baas met de arbeider sprak, de leraar met de leerling, de professor met de student, de dokter met de patiënt, dat die machtsverhouding door de revolte van 1968 verdween.

Veronica Inside zond het fragment uit van het interview van Hans van der Steeg met Akwasi. Ik voelde tot aan mijn kant van het scherm hoe het bloed bij Akwasi het kookpunt naderde. Van der Steeg wilde weten of de gewraakte zinssnede uit zijn toespraak op de Dam van te voren of ter plekke was bedacht. Akwasi is daarover door een officier van justitie ondervraagd, dus ik neem aan dat de journalist naar iets vroeg dat al bekend was. Als ik dit verkeerd aanneem, tja, sjonge, en wat dan nog. “Ik wilde weten of het uit je hart kwam.” En dat met een intonatie waar zelfs ik me heel ongemakkelijk bij voelde.

Ik luisterde en hoorde Akwasi praten. Fijne stem, rustig, op zijn gemak, heel duidelijk de inwoner van een grote stad die gewoon, zoals al de andere stadsgenoten op zijn fiets springt, door de straten fietst, of een taxi neemt, met makkers spreekt en lacht, en zich daar goed bij voelt, iemand, kortom, die Amsterdam tot Amsterdam maakt. Van der Steeg was een gruwel om naar te luisteren, en of hij grotestadsbewoner is of niet, aan hem hangt iets van een bangig persoon die zich voortdurend ongerust maakt of hij door de leden van zijn evangelische gemeente niet als hoerenloper wordt gezien.

De methode die van der Steeg toepaste, het zalvende, het zich opstellen als begrijpende instantie, het paternaliserende, dat hele scala aan neerdrukkende dialectiek die zo typisch is voor het religieus-industrieel complex werd aangewend om Akwasi in een positie te manoeuvreren waar hij zich enkel uit kon verlossen door schuld te bekennen en berouw te tonen. Dat voelde Akwasi natuurlijk aankomen, dat moment van ketening door schijnverlossing.

Iets goeds heeft deze mediaophef gebracht: ik heb het boek Hammerstein oder der Eigensinn van Enzensberger besteld.

Geplaatst in De verveling voorbij | Tags: , , , , , , | Een reactie plaatsen

Mafiopoli

Toen ik na een afwezigheid van twaalf jaar weer terugkeerde naar de bunker aan zee, had ik heel even het gevoel een tijdreiziger te zijn. Dat je, om het gebouw te bereiken, over een steil landweggetje naar beneden moest lopen, versterkte die indruk. Ik was groter dan ik lange tijd was geweest en keek uit over een flink deel van de Calabrische kustlijn, naar Aspromonte aan de linkerzijde en Sicilië met de Etna aan de rechterkant. Daartussen lag de zee, waarvan de kleur met iedere minuut leek te veranderen door de immer wisselende lichtval. Er was in die twaalf jaar niets veranderd. Alleen ik was veranderd.

Tijdens mijn eerste verblijf kwam ik aan met de herinnering aan de Toscaanse steden, aan Venetië en Turijn, Milaan en Rome. Dat soort herinnering werd niet meer gevoed. Na een paar uitstapjes per auto besloot ik mijn verwachtingen bij te stellen. Voortaan deden we aan trash tourisme, en gingen mijn vriendin en ik op zoek naar de meest bizarre gebouwen, vervallen dorpen, verlaten fabriekshallen en bouwkundige dwalingen. Ik kwam er ook snel achter dat het gebied rijker was dan ik kon vermoeden, rijk aan schoonheid, en rijk aan een zeker soort wijsheid die tezamen een andere beleving van de tijd veronderstelden. Na mijn terugkeer duurde het drie maanden voordat ik aan de schoonheid kon wennen. De lichtval op land en zee, de planten, de wind en de wolken, het uur voor zonsondergang als het landschap uit een vreemsoortig oranje licht tevoorschijn kwam, dit alles bepaalde voortaan mijn leven.

Ik kocht het boek Mafiopoli van Sanne de Boer omdat ik tijdens het lezen ervan naar dat landschap terug wilde keren. Ze ging op zoek naar een geschiedenis waar ik van had gehoord tijdens mijn verblijf, maar me niet in wilde verdiepen. Het was sowieso duidelijk waarom er een sluier van stilte en achterdocht over de dorpjes hing. Soms kon je het voelen, als je met de auto een verlaten straat van een dorp binnenreed. De auto die over de meermaals herstelde weg reed, de banden een beetje stuiterend en dreunend, liet denken aan een scene uit een western, als vreemden te paard langzaam over een lege zandstraat rijden. Het boek van Sanne de Boer gaf duiding en inhoud aan die stilte.

Veel beschrijvingen van het zuidelijk deel van Calabrië zul je in het boek niet vinden. De weg naar het mafia-heiligdom diep in de bergen, in een minuscuul dal, slecht te bereiken over een modderpad waar na iedere regenbui stukken uit zijn weggebroken en verder het dal in zijn geschoven, is al een excursie op zich. De hobbelweg die door Rosarno voert is zijn volle drie minuten lang adembenemend. Je weet niet of de huizen in verre staat van ontbinding verkeren, of dat de bouw ervan halverwege is gestaakt. Het oog verliest zich in details, alles wat langs de weg staat, de werkplaatsen, de reclameborden, de bekendgevingen van de gestorvenen, alles is zonder enige vorm van logica of beleid uit een schijnbaar niets ontstaan.

Aan het eind van het boek als het werk er op zit, verschijnt de schrijfster. Ze loopt over de promenade in Reggio Calabria. Aan de andere kant van de straat van Messina ligt Sicilië. Dat is echt heel dichtbij van die plek. Ik was er zo vaak. Op heldere dagen zie je de Etna. Dan moet je even omhoog kijken, een beetje maar, maar toch, want zo dichtbij is die. Het ruikt er naar zee, er staat altijd een beetje wind. En vooral de geur, de zoele wind brengen je naar een ander bewustzijn. Je bent er gewoon, zonder dat je daar verder over hoeft na te denken. Later neemt ze de kustweg richting Scilla. Als de temperatuur de juiste is, en het tijdstip klopt en het november is, dan kan zo’n rit met de zeestraat links van je, Messina aan de overkant, een gevoel van vrijheid brengen. En in een kort lang durend ogenblik lijkt het of er nooit iets anders zal zijn.

Geplaatst in De verveling voorbij | Tags: , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Stem

Zoveel gezichten.

Zoveel persoonlijke verhalen.

Godfried Bomans, Simon Vestdijk, Loekie Knol.

Het gezin schuift naar elkaar toe. Vader zet de radio aan, zoekt de zender, kijkt naar het groene oog, en daar klinkt de stem van de koning uit de luidspreker, warm en zacht, vertrouwenwekkend. Vader heeft de beste radio gekocht, van Grundig.

De tekstschrijver van de koning wist precies welke toon hij moest treffen. Willem-Alexander moest klinken als zijn overgrootmoeder Wilhelmina, toen ze uit Londen haar onderdanen toesprak, om hen steun te verlenen, hen te helpen de zware dagen onder de Duitse knoet te doorstaan. Er woedt nu immers een andere oorlog, met een onzichtbare vijand.

De tekstschrijver veronderstelt heel veel. De mensen zijn eenzaam, teleurgesteld, onzeker en moe. Ze snakken naar liefde en doodgewone vriendelijkheid. Tegen wie heeft hij het eigenlijk?

De tekstschrijver heet Jan Snoek. Waar moet je zo’n naam plaatsen als je hem zou verzinnen? Ik heb lang nagedacht, en uiteindelijk stelde ik me voor hoe de vader van Jan Snoek naar de radio luistert, zijn oor bijna tegen het doek voor de luidsprekerkast gedrukt. De laatste minuten van de halve finale in Budapest zijn aangebroken. Nederland leidt nog steeds met 1-0. Alleen bij winst wordt Nederland winnaar van de groep en gaat het door naar de finale. De Hongaren zetten nog een keer aan voor een aanval. De handige binnenspeler Vargas glipt langs Frits Duin, rent het strafschopgebied in en wordt op het laatste moment gevloerd door de potige stopper Berend Gouwenaars. De scheidsrechter fluit penalty. Peter Kádár, de aanvoerder van de Hongaren legt de bal op de stip, in het stadion is het muisstil. Hij neemt een aanloop, schiet, Jan Snoek duikt, een prachtige zweefduik, en plukt de bal uit de kruising. In Horkum kan vader Dirk een juichkreet niet onderdrukken. Een traan welt op in zijn ooghoek.

Radio is zoveel intiemer. Ik kan begrijpen dat de tekstschrijver van de koning en de koning met hem doodmoe worden van de talkshows en praatprogramma’s die op alle uren van de dag op alle zenders van de televisie worden uitgezonden. En dat in tijden van covid, als er niets anders overblijft dan voor de buis te hangen. Doodmoe? Ze zijn een burn-out nabij.

Dan valt het woord manische meningenmachine. Metal machine music van Lou Reed, het album met louter feedback; machine gun, niet alleen Jimi Hendrix en Vietnam, daarnaast een stoere verwijzing naar de wereld van de hardere hiphop. Maar ook de gevaarlijke geleerden die een geheime machine bouwen om de bevolking te overheersen, de schurken uit de jongensboeken van weleer, toen Nederland een land van kaaskoppen en melkmuilen was, duiken op in mijn associatieveld. Het begrip zal nog een tijdje rondzingen op televisie en bij alle praatprogramma’s opduiken.

Maar wat zou de oudste dochter van die toespraak vinden? Moet ik zo’n shit later ook voorlezen, Pa?

Geplaatst in De verveling voorbij | Tags: , , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Volk

Er bestaat in de Bondsrepubliek een eigenaardige ‘Lust am Lockdown’. Dat je het met tegenzin accepteert als een noodzaak om mensen te beschermen die dat zelf niet kunnen, is logisch. Maar de maatregelen om­armen en er zelfs om smeken? Waarschijnlijk moet je deel uitmaken van de nieuwe Duitse volksgemeenschap om dit fenomeen echt te kunnen doorgronden. schrijft Ardy Beld in de Volkskrant. Ik heb nog nooit van Ardy Beld gehoord. D. Belardy, Y. Laberd, E. Brydal, Eddy Bral, Addy Brel, het zijn namen waar je na een minuutje scrabbelen Ardy Beld uithaalt. Even zoeken en ik kom erachter dat behalve stukjesschrijver, Ardy ook cartoonist is.

In het stuk dat hij met bovenstaand citaat eindigt zitten heel wat verborgen verwijzingen naar het recente en niet meer zo recente verleden van de Duitse Natie. Het beeld dat hij schetst is ronduit dystopisch: auto’s worden bij de stadsgrens tegengehouden en binnen de stadsmuren maken leden van de Nieuwe Duitse Volksgemeenschap (NDV) jacht op de overtreders.

Ik woon in Berlijn en merk nergens iets van een brede volksbeweging; ik zie ook geen leden van de NDV patrouilleren. Vandaag stonden er wel lange rijen bij sommige stalletjes in Markthalle 9 en mijn bakker was om één uur al bijna uitverkocht. Maar dat lag toch echt aan de naderende kerst.

Na het citaat laat Ardy een betekenisvolle stilte vallen. Het sluit niet voor niets zijn stukje af. Ik vermoed dat het om een karikatuur gaat; hij is tenslotte cartoonist. Hop, nog een, van dik hout zaagt men planken: Het ideaal van een samenleving waarin egoïsme en eigenzinnigheid plaatsmaken voor één groot gemeenschappelijk Duits doel was tot voor kort nog oudbakken en zelfs revisionistisch.

De bizarre nietgenoemde twist in Ardy’s verhaal is dat zijn revisionistische volksgemeenschap zich vooral keert tegen een groepering die de covid-maatregelen bestrijden, zowel in twitterland als op straat. Die groepering vormt op haar beurt weer een ware broedplaats voor holocaustontkenners. Niet-masker dragers gooien met brandbommen naar het Robert Koch instituut, of ze rennen bij een demonstratie de trappen van de Rijksdag op en noemen dat de bestorming van de Reichstag.

Misschien hopen de voorstanders van een lockdown gewoon dat er eindelijk een eind aan komt, aan dit almaar uitdijend covid-tijdperk.

En weet je, iets zegt me dat het nemen van verantwoordelijkheid een essentieel kenmerk is van een sociaal-democratische samenleving.

Geplaatst in berlijn, De verveling voorbij | Tags: , , , , | Een reactie plaatsen

Probleem

Ik vind het maar moeilijk allemaal. Naomie Pieter werd geïnterviewd. Ik had nog nooit van haar gehoord. Het gesprek was in Het Parool gepubliceerd, dus dat kan een verklaring zijn, dat ze een Amsterdamse beroemdheid is, bedoel ik. Ze zei, tenminste, er stond gedrukt dat ze zei, dat ‘lesbisch’ een koloniale term was. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen, omdat het woord ‘lesbisch’ toch wel erg jaren-vijftig beladen is. Jaren Vijftig is in Nederland een ander woord voor truttig. Dat ze het woord ‘queer’ verkiest, begrijp ik ook. Dat is immers afkomstig uit haar eigen groep, culureel toegeeigend om de oorspronkelijke betekenis ervan in zijn tegendeel te laten verkeren. De ketens werden zodoende verbroken.

Het begrip ‘queer’ blijft wel afkomstig uit de taal van een land dat er mede voor verantwoordelijk was dat de handel in slaven naar de overzeese gebiedsdelen werd uitgebreid. De nakomelingen van die slaven weten dat hun voorouders dat wrede lot heeft getroffen. Die woede is opgespaard. De witte Europeaan zal niet weten of hun voorouders als kind in de fabriek, of in de mijn heeft gewerkt, of anderszins is misbruikt. Die woede werd omgezet in strijd.

In het westen werd de kerk van de staat losgekoppeld. Daarmee werd de maatschappij pluriform. Sociale bewegingen zorgden voor afschaffing van kinderarbeid, stemrecht voor vrouwen, maar ze zorgden er ook voor dat ieder de vrijheid had om zijn stem te laten horen, bijvoorbeeld op de Dam, op een tijdstip dat zoiets niet een bijzonder goed idee was.

Wordt ergens uitgelegd dat de kolonisatie op drie niveau’s plaatsvond? De kerk ging om zieltjes te winnen. De zakenlui gingen om geld te verdienen en de heerser ging om de heerser te zijn. De heerser verdween uit de geschiedenis. Koningen werden gekopt, verbannen of van hun macht ontdaan.

Kerk en kapitaal, daar bleef alles bij het zelfde.

Geplaatst in De verveling voorbij | Tags: , , , , | Een reactie plaatsen

Welkom

Je zult er maar zitten, in dat tentenkamp in Moria. Het oude afgebrand, het nieuwe inderhaast opgetrokken, zoals de krant schrijft pal aan de kust, waar gure zeewind en winterkou vrij spel hebben tussen de tenten. Onder veel tenten ontbreekt fundering, waardoor de migranten bij elke regenbui in de modder zitten. Zelfs voor de producten die bij Amazon worden gekocht wordt beter gezorgd.

Een paar dagen eerder zag ik studio sport op mijn computertv. Hoekvlaggen en microfoons droegen de kleuren van de regenboogvlag. De presentator zei dat op deze dag van de inclusiviteit iedereen welkom was. Daaraan dacht ik toen ik aan het eind van het bericht over Moria las dat na lang aandringen vijftig vluchtelingen uit dat kamp naar Nederland kunnen komen. Welkom ja, maar met mate.

Ik vroeg me ook af waarom je uit de regenbooghoek nooit iets hoorde over deze en andersoort problemen. Het leek erop dat ze het doorlopend over zichzelf hadden. Dat was natuurlijk een denkfout van me, lineair geschoold als ik ben. Ik dacht dat het om een politieke beweging ging, met sprekers en denkers en lobbyers, kortom met het soort organisatie dat je nu eenmaal bij een brede volksbeweging kunt verwachten.

Het is natuurlijk geen protestbeweging, maar een levensinstelling. En dat wordt door grote corporaties herkend. Al die jaren van dataverzamelen leveren een beeld op van de toekomstige consument. Die is inclusief, duurzaam en maakt zich zorgen om de planeet.

Daar hebben ze in Moria natuurlijk niets aan. En dat zal voorlopig ook wel zo blijven, alhoewel er plek zat is, zelfs in Nederland met zijn krimpende steden en lege kantoorgebouwen.

Ik schreef al over de miljoenenstad die ik graag in een van de polders zag verrijzen. Ik weet niet of de drassige grond multifunctionele torens van minstens vierhonderd meter hoog kan dragen. Torens met hangende tuinen; torens die het zonlicht terug naar de atmosfeer spiegelen, in een stad waar miljoenen mensen wonen in de meest vreemdsoortige wijken, ontworpen door de grootste talenten op aarde. De toekomst zou een federatie van grote steden moeten kennen, die zelfstandig kan beslissen. Laat al die culturen maar bij elkaar komen, ver van polemiserende groeperingen.

Geplaatst in De verveling voorbij | Tags: , , , , , | Een reactie plaatsen

Normaal

Bij een verkiezing normaalste man van Nederland zou Frank de Boer tot de grote kanshebbers horen. Ik denk dat er verspreid over het hele land zeker zes miljoen normale mannen wonen, met daaronder heel waardige kandidaten voor de titel, maar die zijn bij voorbaat kansloos. Frank is nu eenmaal beroemd. Dus toen Frank een vraag werd gesteld over Qatar, kwam hij met een doodnormale suggestie: Virgil moest een regenboogarmband dragen. De regenboogvlag zie je veel en vaak. Je zou bijna denken dat de vlag door een brede volksbeweging als belangrijk symbool wordt gezien, en dat er dus heel veel mensen achter die vlag aanlopen.

Toen Frank zijn uitspraak deed las ik ook een paar interviews in de krant.

Raphaël Enthoven (filosoof): ” Waar tegenspraak onmogelijk is, is geen debat mogelijk. Alleen een doven-discussie tussen hen die een echte dialoog willen en degenen die geloven dat kleuren opinies zijn. <…> Identiteitspolitiek is een pest, zoals er ook een bruine pest was. In zekere zin is deze pest erger omdat de buitenkant er heel sympathiek – antiracisme! Sociale rechtvaardigheid! – uitziet.”

Henk van Straten (schrijver):”Vanuit het redelijke midden, of zelfs wat we altijd links noemden, komt geen tegenreactie op het doorgeschoten politieke discours. Dat komt voort uit angst, niemand wil voor racist of seksist worden uitgemaakt. De morele activisten, de social justice warriors, zijn retorisch heel sterk en bepalen de toon van het debat. <…> Als je per ongeluk een verkeerd woord gebruikt kun je al gecanceld worden.”

Andrew Doyle (komiek, essayist, literatuurcriticus):”Mensen durven zich niet meer uit te spreken, inclusief mensen met de beste bedoelingen, uit angst dat ze per ongeluk iets verkeerd zeggen. Wie zich niet volledig aan de woke-ideologie conformeert, wordt een prooi. Als dat gebeurt, gaan ze achter je aan, dringen ze aan op je ontslag en verstoten ze je uit de maatschappij.”

De regenboogvlag wordt in geen van de interviews genoemd. Er is wel sprake van een groep mensen die andere mensen uitsluit, cancelled, maar de identiteit van die beweging blijft onbenoemd. Als je het over cancellen en uitsluiten hebt, dan kun je denken dat er een wisseling of intensivering van de macht gaande is. Dat is een verstorend beeld. Je kon haast denken dat wat nu plaats vindt ten alle tijden heeft plaats gevonden, alleen gebruikte men toen het woord ‘zuiveringen.’

Nou ja, er is verder toch niets aan de hand. Het is een soort United Colors van Benetton. De mensen die straks met een regenboogpetje of een regenboogvlaggetje of een regenboogboodschappentas het winkelcentrum verlaten, al die miljoenen doodnormale mensen dus, kunnen hun leven binnenkort spiegelen aan mooie inclusieve rolmodellen.

Virgil en zijn regenboogarmband, in Qatar, vanwege de inclusiviteit dus. Eens even zien. Zouden Elton John of de leden van het Nederlandse vrouwenelftal de toegang worden ontzegd tot het land, of het stadion niet inmogen, of door security buiten de poorten van de shopping mall worden gehouden? In voorgaande jaren ging het over de corruptie bij de toekenning van het WK, en over de erbarmelijke omstandigheden van de mensen die het stadion bouwden.

Virgil van Dijk en al zijn andere collega’s die de Champions League al jaren tot een geestdodend tijdverdrijf maken, met kraak noch smaak, ze hebben miljoenen en miljoenen en miljoenen. Ze zouden zich kunnen verenigen om een NGO in het leven te roepen die tot de machtigste en invloedrijkste op aarde kan uitgroeien. Dan zou je bijvoorbeeld ook de levensomstandigheden kunnen verbeteren in Nepal of Bangladesh, zodat inwoners van die landen niet meer als contractarbeider naar Qatar hoeven te gaan.

Maar ja, regenboogaanvoerdersband. Puik idee.

Geplaatst in De verveling voorbij, Nederlands Elftal, op de tribune | Tags: , , , , , , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Grondrecht

Schöne, Lasse Schöne, ieder seizoen was hij de laatste. Vaak was hij zelfs iedere wedstrijd de laatste. Maar op een gegeven moment hield het op. Ziyech, de designated vijand van nieuwkomer Tadic bleek juist heel blij te zijn met de komst van de Serviër. De verstandhouding was zo goed dat Ten Hag hen de vrijheid gaf te voetballen zoals ze het zelf wilden. Donny van de Beek had nog het aura van de Nouri-factor; Tadic nam hem onder zijn hoede. En Schöne, die iedere keer moest vrezen dat hij op de reservebank zou belanden, op hem werd gewacht als hij te laat kwam. De spelers treuzelden bij het instappen van de bus, hingen langer rond in de winkels op de luchthaven, en haalden opgelucht adem als Lasse eindelijk kwam. Lasse moest mee; hij was talisman en brein tegelijk. Ik kom er nu pas achter.

Tadic en Ziyech speelden als vrijbuiters. Nico had de tijd van zijn leven. De Ligt zag hoe in oneindige polderlandschappen de zon nooit onder ging, het kon niet hard genoeg regenen. Neres dacht dat hij weer thuis was in Brazilië. En Schöne, ik vermoed dat hij zijn maten ervan heeft overtuigd om bij balverlies voorin als bezetenen op de bal te jagen. Je zag het vaak genoeg dat de tegenstander uiteindelijk struikelde of domweg bleef staan omdat die binnen twee seconden tot vijf fouten werd gedwongen. Op dat moment was de organisatie bij de tegenstander even zoek en daar kwam Nico weer voorbijgestoven.

Maar ineens bleek Real Madrid interesse te hebben voor Donny. Donny was niet meer de pupil van Tadic, nee, hij was een speler van Real Madrid. Ajax was eigenlijk beneden zijn waardigheid. Hij bleef heel lang speler van Real Madrid, ook toen Zidane zijn voorzitter er eindelijk van had overtuigd dat hij van de Beek niet wilde. Maar het kwaad was geschied, en waar was Lasse nu?

Met de komst van Quincy kon nog het een en ander worden gecamoufleerd. Ajaxvoetbal bleef vrijbuitervoetbal. Het trauma van de laatste-seconde-uitschakeling zou verdwijnen bij plaatsing voor de volgende ronde. Maar Ajax werd gepiepeld. En ineens had Ziyech er ook geen zin meer in. Dat onrecht had hem genekt.

Nu heeft de trainer het weer voor het zeggen. Met zijn malle tactische fratsen is hij indirect verantwoordelijk voor de blessure van Kudus en direct verantwoordelijk voor de uitschakeling. Iedere keer als ik Traoré zie denk ik dat het de reservespits is, en besef dat ik ben vergeten wie er eigenlijk op die positie speelde. (Nee, niet Huntelaar, we leven niet in het jaar 2010). Antony is onherkenbaar. Hij verdedigt braaf mee, dus ik vermoed dat de tolk ook eindelijk is gevonden.

Ik las het boek Mafiopoli van Sanne de Boer. Daarin was een korte passage over Crotone, hoe de mafia ervoor zorgde dat de club naar de Serie A promoveerde, omdat dat beter was voor de illegale weddenschappen. Even later keek ik Ajax-Twente en zag ik hoe de spelers iedere aanval zelf saboteerden door de bal in de voeten van de tegenstander te schuiven. Tegen Atalanta had niemand er zin in. Ik denk dat ze het opdrachtenvoetbal beu zijn.

Geplaatst in De verveling voorbij, op de tribune | Tags: , , , , , , , | Een reactie plaatsen